Exposition – Adrianus VI. De Leuvense paus

500 jaar geleden, op 9 januari 1522, werd de eerste en voorlopig enige paus uit de Nederlanden gekozen: de gewezen Leuvense hoogleraar Adrianus Florensz van Utrecht . Om dit te vieren loopt een tentoonstelling in de Maurits Sabbebibliotheek.

Adrianus Florensz werd op 2 maart 1459 in Utrecht geboren. Zijn eerste vorming genoot hij in de IJsselstreek, vermoedelijk in Zwolle, waar hij ook in contact kwam met de Moderne Devotie. In 1476 schreef hij zich in aan de Leuvense universiteit, een instelling die voor hem een sleutelrol zou gaan spelen. In 1491 behaalde hij er de graad van doctor in de theologie. Inmiddels was hij al begonnen te doceren. Langzamerhand zou hij de belangrijkste hoogleraar theologie worden. In de Maurits Sabbebibliotheek in Leuven wordt als ms. 17 een eigenhandig geschreven codex van Adrianus bewaard met zijn theologische werken alsmede enkele toespraken, die lange tijd heeft toebehoord aan de bibliotheek van het door Adrianus zelf bij testament in zijn Leuvense woonhuis ingericht college, het Pauscollege. Na Adrianus’ vertrek uit Leuven werden zijn werken ook gedrukt, eerst in Leuven en Parijs, na zijn pausverkiezing ook in Rome en Venetië: de Quaestiones quodlibeticae en de Quaestiones in Quartum Sententiarum.

In 1493 en 1500 was hij rector van de universiteit. Vanaf 1497 was hij deken van het Sint-Pieterskapittel in Leuven en daarmee zowel vicekanselier van de universiteit als de voornaamste geestelijke van de stad. Inmiddels vielen zijn integriteit en intelligentie ook elders op: Margaretha van Oostenrijk, de landvoogdes der Nederlanden, benoemde hem in 1506 tot raadsheer en in 1507 tot opvoeder van de jonge Karel V: daarbij was Adrianus verantwoordelijk voor de intellectuele (Latijn!) en godsdienstige vorming van de jonge prins. Aanvankelijk vond het onderwijs in het oude Brabantse hertogelijk slot op de Keizersberg in Leuven plaats, maar al spoedig verbleef Adrianus steeds vaker in de nieuwe residentie Mechelen. In de herfst van 1515 werd Adrianus door Karel naar Spanje gestuurd om de Spaanse erfenis veilig te stellen: Karels Spaanse grootvader Ferdinand van Aragon had een voorkeur voor Karels broer. Adrianus wist zijn opdracht tot een goed einde te brengen en werd na Ferdinands dood op 23 januari 1516 Karels plaatsvervanger, met de machtige kardinaal Ximenes de Cisneros (1436-1517) naast zich. Tegelijk maakte Adrianus een steile klim in de kerkelijke hiërarchie: bisschop van Tortosa en grootinquisiteur van Aragon in 1516, kardinaal in 1517. Ook na Karels vertrek naar Aken in 1519 voor de keizerskeuze bleef Adrianus in Spanje als diens regent. Daarbij kreeg hij af te rekenen met de opstand van de Comuneros, de Spaanse adel en steden die zich weggedrukt voelden. Net nadat Adrianus de overwinning behaald had en zich klaar maakte om Franse troepen die het land waren binnengevallen, terug te drijven, bereikte hem het nieuws dat hij op 9 januari 1522 tot paus was verkozen. Het duurde evenwel tot half augustus voordat hij zich echt naar Rome kon begeven.


Adrianus voerde meteen een strenge bezuinigingspolitiek, ook omdat zijn voorganger Leo X Medici (1513-1521) de schatkist aanzienlijk geleegd had. De nieuwe paus probeerde (geheel in de lijn van Erasmus’ oproepen) de Europese vorsten met elkaar te verzoenen om tegen de oprukkende Turken een vuist te kunnen maken, maar dat mislukte. Uiteindelijk werd hij gedwongen om toe te treden tot een anti-Frans verbond. De kwestie die Adrianus wellicht het meest ter harte ging was de Lutherse Hervorming. De Leuvense theologen hadden als eersten enkele stellingen van Luther uit 1517 veroordeeld, niet zonder hun voormalige leidsman om zijn mening te hebben gevraagd (Leuven: Dirk Martens, 1520). Luther was in 1521 op de Rijksdag van Worms veroordeeld, maar op een nieuwe Rijksdag in Neurenberg (Nürnberg), in 1522-1523, moest deze veroordeling nog geïmplementeerd worden. Adrianus stuurde zijn gezant Francesco Chieregati een bijzondere Instructie die deze op 3 januari 1523 op de Rijksdag voorlas. Deze Instructio bevat o.m. volgende opzienbarende alinea, waarin de paus erkent dat er misstanden in de Kerk zijn, oproept tot boetedoening en belooft hervormingen te zullen invoeren:

Scimus in hac Sancta Sede aliquot iam annis multa abominanda fuisse, abusus in spiritualibus, excessus in mandatis et omnia denique in perversum mutata. Nec mirum si aegritudo a capite in membra, a summis pontificibus in alios inferiores praelatos descenderit. Omnes nos (id est praelati) et ecclesiastici declinavimus, unusquisque in vias suas, nec fuit iam diu qui faceret bonum, non fuit usque ad unum. Quamobrem necesse est ut omnes demus gloriam Deo et humiliemus animas nostras ei videatque unusquisque nostrum unde ceciderit et se potius quilibet iudicet quam a Deo in virga furoris sui iudicari velit. Qua in re, quod ad nos attinet, polliceberis nos omnem operam adhibituros ut primum curia haec, unde forte omne hoc malum processit, reformetur. Ut sicut inde corruptio in omnes inferiores emanavit, ita etiam ab eadem sanitas et reformatio omnium emanet. Ad quod procurandum nos arctius obligatos reputamus, quanto universum mundum huiusmodi reformationem avidius desiderare videmus. Nos, uti alias tibi dixisse credimus, pontificatum hunc nunquam ambivimus, immo quantum in nobis fuit, longe maluissemus privatam vitam agere et in sancto otio Deo servire. Et profecto pontificatum ipsum plane recusassemus, nisi Dei timor et sincerus electionis nostrae modus necnon schismatis ex recusatione nostra imminentis metus nos acceptare illum coegisset.

‘Wij weten dat in deze Heilige Stoel al gedurende enkele jaren veel verwerpelijk is geweest, misbruik in geestelijke zaken, overdaad in benoemingen, kortom alles in het tegendeel verkeerd. En het is geen wonder dat de ziekte van het hoofd af naar de ledematen, van de pausen naar de andere, lagere, geestelijken is afgegleden. Wij allen, dat wil zeggen: kerkvorsten en geestelijken, zijn afgeweken, ieder op zijn eigen weg, en al lang was er niemand die iets goeds deed, absoluut niemand. Daarom is het nodig dat wij allen eer bewijzen aan God en onze ziel verootmoedigen, dat ieder van ons ziet waar hij gevallen is en dat hij zich liever zelf beoordeelt dan dat hij zich door God met de roede van zijn toorn laat oordelen. Hierin moet u, voor zover het onszelf betreft, beloven dat wij alle moeite zullen doen om eerst deze Curie, vanwaar misschien heel dit kwaad voortkomt, te hervormen. Zoals daarvandaan het bederf naar alle lagere niveaus is doorgelekt, zo ook zou van hetzelfde punt de genezing en de hervorming van alles moeten doordringen. Wij achten ons des te meer verplicht om dit te bewerkstelligen als we zien hoezeer de hele wereld een dergelijke hervorming dringend wenst. Wij hebben u eerder al gezegd, menen wij, dat wij dit pausschap nooit hebben geambieerd: veel liever, voor zover het van ons zou afhangen, zouden we een teruggetrokken leven leiden en in heilige rust God dienen. We zouden zelfs dit pausschap hebben geweigerd als niet de eerbied voor God en de oprechte wijze van onze verkiezing en de vrees voor een schisma dat door onze weigering dreigde, ons had verplicht de keuze te aanvaarden.’

Dit was nooit eerder vertoond en zou ook nadien een uiterste zeldzaamheid blijven. Pas tegen 2000 zal Adrianus’ moed om fouten toe te geven en om vergiffenis te vragen navolging krijgen.


Op 5 augustus 1523 werd Adrianus ziek. Hij zou in zijn testament opdracht geven tot de oprichting van een college voor arme theologiestudenten in zijn eigen huis in Leuven (het Pauscollege aan het Hogeschoolplein). Op 14 september 1523 stierf de enige paus uit de Nederlanden, van geboorte een Utrechter, maar door zijn carrière en werken vooral ook een Leuvenaar. 

Praktische informatie

  • 15 juli – 3 oktober 2022
  • Inkomhal Maurits Sabbebibliotheek
  • 9.00 – 18.00 uur (weekdagen)
  • 9.00 – 12.00 uur (zaterdag)
  • Gratis inkom

Source : KULeuven

A propos RMBLF

Réseau des médiévistes belges de langue française
Cet article a été publié dans Exposition. Ajoutez ce permalien à vos favoris.